RCT
Net zoals bij diagnostisch onderzoek kan je ook hier vertrekken van een vierveldentabel:
Positieve uitkomst |
Negatieve uitkomst |
|||
Interventiegroep |
a |
b |
a+b |
|
Controlegroep |
c |
d |
c+d |
|
a+c |
b+d |
a+b+c+d |
||
en vervolgens de belangrijkste terminologie afleiden:
| Absoluut Risico (AR) | = de kans op een positieve uitkomst
|
| Absoluut Risico Verschil (ARV) | = Ri - Rc = ARR (absolute risicoreductie) indien <0 = ARI (absolute risicotoename~increase) indien >0 |
| Relatief Risico (RR) | = Ri/Rc = (a/a+b)/(c/c+d) = een schatting van het aantal keren dat de kans op een positieve uitkomst (bijvoorbeeld ‘genezing’) in de interventiegroep groter (RR>1) of kleiner (RR<1) is dan in de controlegroep |
| Relatieve risicoreductie (RRR) | = (Ri - Rc)/Rc = de proportionele reductie van een negatieve uitkomst door de interventie |
| Number needed to treat (NNT) | Dit getal geeft aan hoeveel personen moeten worden behandeld om één extra geval van een bepaalde ziekte te voorkomen = 1/ARR (%) * 100. Zie ook: methodologisch artikel in Minerva. |
| Number Needed to Harm (NNH) | Dit getal geeft aan hoeveel behandelde personen aanleiding geven tot één negatieve uitkomst (d.w.z. een schadelijke nevenwerking of dood) ten gevolge van een interventie of behandeling = 1/ARR (%) van de negatieve uitkomst * 100. Zie ook NNT. |
Wil je meer weten over statistische significantie?