Observationeel onderzoek
In een observationeel onderzoek wordt alleen gekeken naar het VERBAND tussen twee variabelen. Er wordt dus GEEN INTERVENTIE uitgevoerd.
De vorm van observationeel onderzoek wordt bepaald door het tijdstip waarop we observeren.
Voorbeelden: het bepalen van de prevalentie van een ziekte, het opsporen van een ziekte of risico (screening), onderzoek naar etiologische factoren.
Voorbeeld: In een prospectieve cohortstudie volgt men personen met of zonder een bepaalde risicofactor in de tijd en kijkt men op een bepaald ogenblik of ze al dan niet een bepaalde ziekte ontwikkelen.
Voorbeelden:
In een retrospectieve cohortstudie vertrekt men van ALLE personen in een bepaalde populatie (bijvoorbeeld een bepaald bedrijf) en kijkt men terug in de tijd om het verband te achterhalen tussen het hebben van een bepaalde risicofactor en het krijgen van een bepaalde ziekte.
In een case-control studie selecteert men patiënten op het feit of ze al dan niet een bepaalde aandoening hebben. Vervolgens kijkt men terug in de tijd om te achterhalen of ze al dan niet blootgesteld waren aan een bepaalde risicofactor.
Omdat gegevens retrospectief verzameld worden zijn case-control studies voorbeschikt voor recall bias of het systematische verschil tussen de cases en de controles in de accuraatheid waarmee informatie over de blootstelling aan risicofactoren werd.
Om recall bias te vermijden vertrekt een case-control onderzoek vaak van een bestaande database die tijdens een prospectief cohortonderzoek werd opgebouwd. In dan geval spreken we van een nested case-control onderzoek.
Omdat de onderzoeksgroepen van observationeel onderzoek nooit volledig gelijk kunnen zijn is er een hoog risico op bias door confounders.
Ga terug naar de voorbereidingspagina van de Journal Club